Onze mandarijn eend had 8 eieren gelegd, waarvan er één door een geit is stuk getrapt. We hadden te laat gezien dat ze een nestje gemaakt had in de stal van de Paddenpoel onder de hooiruif. We hebben de hooiruif verplaatst naar het andere gedeelte van de stal en het nestje afgeschermd met hekken zodat de eend wel op het nest kon komen maar de geiten en schapen er niet bij konden komen.
Na 28 dagen broeden zijn alle 7 eieren afgelopen zaterdag uitgekomen en hadden we dus 7 kuikens.
Na ze 2 dagen met rust gelaten te hebben zijn ze jl. maandag overgeplaatst naar ons kippenhok in de Spikerweide. De woerd en de moedereend zijn als eerste overgebracht naar het andere hok. Hierna werden de 7 kuikens opgehaald die al in een emmer gezet waren. Maar zo levendig als ze waren hadden ze toch kans gezien om uit de emmer te komen en weer in het hok rondliepen.
Maar we konden maar 6 kuikens vinden en 1 kuiken had de vrijheid gekozen. Er is zeker een half uur door meerdere personen gezocht rondom en in de stal. Het kuiken was echter niet weer te vinden en is uiteindelijk het zoeken gestaakt. Hopelijk dat het kuiken in de loop van de dag zou gaan piepen om moedereend te roepen en we het dan zouden horen.
Maar het wonder geschiedde.
Terwijl de vrijwilligers bezig waren om de spullen op te ruimen riep een buurvrouw één van de vrijwilligers. Zij had een eendenkuiken in haar hand en vroeg ons of wij soms jonge eendenkuikens hadden en of wij een kuiken misten. Daar kwam een volmondig antwoord van “JA” op.
Wat was er nu gebeurd?
Haar poes was thuisgekomen met een eendenkuiken in haar bek. Deze hadden zij bevrijd en het vervolg is hierboven beschreven.
Het mooie van alles is dat het kuiken geen noemenswaardig letsel heeft opgelopen en weer gelukkig met de andere 6 kuikens rondrent en zwemt in het kippenhok.
Conclusie: niet alle katten zijn slechte rovers.